In het beboste berglandschap van de noordelijke provincie Abra leven nog vele Tingguians of Itnegs. De naam van deze stam komt van het Maleisische woordje tunggi, wat 'berg' betekent en van i-tineg wat verwijst naar de bijgelegen Tineg Rivier. In de tijd van de Spanjaarden werden immers alle bergstammen aangeduid met de term Tingguian , zowel in Luzon, Bohol, Mindanao en andere plaatsen. Later gebruikte men alleen nog Tingguians als het de Itnegs van Abra betrof.
De Tingguians leven nog steeds op een vrij primitieve wijze en aanbidden hun Oppergod Kadaklan, alhoewel de traditionele rites geleidelijk terrein verliezen aan Katholieke geloofspraktijken. Ook zij hebben zoals andere koppensnellers de hakbijl ingeruild voor een kalon-vredesakkoord met de rivaliserende dorpen. Hun ceremoniƫle gezangen - de balaguyos, ngayowek en salidumay - evenals hun zelfgemaakte instrumenten - gansa (gong), kalalang (bamboefluit), bunkaka (bamboeratel), salibao (mondharp) en de labil (bamboeviool) - behoren wel nog tot de traditie van de ouderen, doch de jonge generaties zijn nauwer verbonden met de moderne Ilokano.
:link: Tingguians (http://library.thinkquest.org/C003235/tingguian.html)